'Ik zie allemaal mensen die iets voor elkaar willen betekenen'
Het ‘team van de toekomst’ noemt Anna Riemersma het. Als programmamanager Informele Zorg wil ze er met heel Cordaan voor zorgen dat mensen die zorg nodig hebben, op meer mensen kunnen rekenen dan alleen de zorgprofessionals: “We zoeken de samenwerking met familie, vrienden, vrijwilligers en de wijk om als één team samen te zorgen voor wie dat nodig heeft.”
Met experimenten binnen verpleeghuizen en in de wijk kijkt Anna – samen met een groeiende groep enthousiaste collega’s – hoe ze die samenwerking verder kan versterken. Ze legt uit: “Onze cliënten hebben vaak al een groep familie en vrienden om zich heen en hebben vaak al een heel leven achter zich. Wij willen de kracht daarvan gebruiken. Dat is niet alleen leuker voor de cliënt, het is ook nodig omdat er steeds minder zorgprofessionals zijn. Daarom moeten we duidelijk kijken naar wat bij de zorg hoort, en wat anderen kunnen doen.
"Samen zijn we één team: cliënten, familie, vrijwilligers en beroepskrachten spelen allemaal een gelijkwaardige rol binnen het team. We nodigen familie en naasten uit om mee te praten vanuit hun eigen ervaring en maken duidelijk dat ook zij veel deskundigheid hebben. En dat blijkt te werken.”
Succesvolle samenwerking
In verschillende experimenten voert Cordaan nu stap voor stap verbeteringen door. Volgens Anna zit de vaart er goed in: “Geeft iemand aan dat iets beter kan? Dan gaan we er direct mee aan de slag. Blijkt de verandering te werken, dan leggen we dat pas achteraf in een plan vast. Zo maken we verbetering sneller mogelijk.” Uit de succesvolle proefprojecten noemt Anna er twee die vanuit de praktijk tot een betere samenwerking rond de cliënt leidden.
Vanuit die gedachte gingen ze in woonzorgcentrum Nieuw Vredenburgh met familie in gesprek over hun verwachtingen. Anna: “Tot voor kort kregen mensen op de opnamedag een berg aan informatie over zich heen. Wij legden ze dan alleen uit wat zij konden verwachten van de zorg, maar vergaten te vertellen dat er ook dingen zijn die we niet doen. Hoe graag we dat ook willen, we hebben bijvoorbeeld geen tijd om met iemand een wandeling te maken.”
Familie en vrienden van de cliënt willen vaak meehelpen en wij moeten hen goed informeren en ondersteunen
“In Nieuw-Vredenburgh hebben we samen met familie en collega’s besproken hoe we betere, uitgebreidere en eerlijkere informatie kunnen geven. Daarbij was er vanuit de familie ook nadrukkelijk de wens om die informatie eerder te ontvangen, zodat zij zich beter konden voorbereiden."
"Toen de moeder van een collega bijvoorbeeld werd opgenomen, telde hij maar liefst veertig handelingen op de eerste dag. Daarvan kon het grootste deel eerder worden gedaan. Dat hebben we meteen doorgevoerd. Ook hebben de collega’s die nieuwe cliënten verwelkomen, een gesprekstraining gevolgd.”
Betere start
Dankzij betere informatie vooraf, getrainde medewerkers en minder handelingen tijdens de opname is er volgens Anna sprake van een betere start van de zorg. “Onze collega's hoeven geen vragenlijsten op de computer af te werken, maar hebben gewoon tijd voor vragen als ‘hoe gaat het met u?’ De familie vindt het ook fijner om informatie eerder te ontvangen en vragenlijsten vooraf in te vullen. Zo kunnen ze makkelijker vragen stellen over wat ze gelezen hebben.”
Bij elk gesprek wordt de familie uitgenodigd om te blijven doen wat ze thuis ook voor hun naaste deden. Volgens Anna is het daarbij wel belangrijk dat Cordaan ervoor zorgt dat de familie zich welkom voelt en ook echt de kans krijgt. “Zo vertellen we nu over de trainingen ‘omgaan met dementie’ en ‘rolstoel rijden’. We kijken veel meer naar de cliënt en de mensen daaromheen als één team. Zo denken fysiotherapeuten erover om straks niet alleen te vertellen dat er een duofiets is, maar ook om mee te gaan met een proefritje en om een plattegrond met veilige routes te maken. Daarmee ondersteunen ze de familie om echt op pad te gaan met de duofiets.”
Thuiscoach brengt cliënt en wijk in beweging
In de Amsterdamse wijken De Pijp en Rivierenbuurt, waar ook woonzorgcentrum d'Oude Raai is gevestigd, zijn Cordaan en stadsdeel Zuid een experiment gestart met een thuiscoach. Die gaat op verzoek van de gemeente langs bij cliënten. Anna legt uit: “De thuiscoach verdiept zich in de situatie van de cliënt. Heeft een thuiswonende oudere echt professionele zorg en ondersteuning nodig? Of kunnen we dat misschien anders regelen op zo’n manier dat het ook beter werkt voor de oudere?”
Vijf stappen
De thuiscoach werkt vanuit vijf stappen. “We beginnen altijd eerst bij de cliënt zelf. Wat wil en kan iemand zelf nog? Ouderen worden soms onterecht gezien als kwetsbaar en eenzaam. Wij kijken graag naar wat iemand nog wel kan. Als tweede stap kijken we naar het netwerk van familie, vrienden en bekenden. Wat kunnen zij betekenen?”
“Als derde stap zoeken we de oplossing in hulpmiddelen en zorgtechnologie. Is digitale dagbesteding bijvoorbeeld een mogelijkheid? Kan een oogdruppelbril helpen? Ten vierde kijken we naar de wijk. Wat voor initiatieven zijn er waaraan de cliënt kan meedoen? En als laatste kijkt de thuiscoach of er professionele zorg nodig is. Uit ons experiment komt naar voren dat die vaak maar beperkt nodig is.”
Zinvolle levensinvulling
Als sprekend voorbeeld vertelt Anna over een thuiscoach die op bezoek ging bij een creatieve vrouw die allemaal vazen in de woonkamer had staan: “Mevrouw had behoefte aan meer contact. Normaal gesproken zouden we haar naar de dagbesteding doorverwijzen. Door verder te graven naar haar eigen kracht, kwam de thuiscoach erachter dat zij die vazen zelf had gemaakt en dat zij dat aan anderen had geleerd. Nu geeft zij zelf een training vazen maken op de dagbesteding, waardoor ze een zinvollere levensinvulling ervaart.”
Doordat de thuiscoach overal in de Pijp en Rivierenbuurt komt, merkt Anna dat het er in de Amsterdamse wijken toch minder individualistisch aan toegaat dan ze dacht. “Als je er echt induikt, zie je een hele community van mensen die iets voor elkaar betekenen. Zo komen twaalf oudere mannen dagelijks bij Café Gambrinus over de vloer. De eigenaar kijkt een beetje naar ze om en ook de familie komt er. Laatst installeerde hij nog een koelkast voor een van hen. En als er iemand geen vervoer naar het ziekenhuis heeft, dan vraagt hij een van de andere familieleden. Er zijn zoveel van die spilfiguren in de wijk.”
Verbindende factor
Ook de thuiscoach verbindt mensen met elkaar: “Laatst spraken we een man die er nog zo graag op uit wilde gaan. De thuiscoach vond iemand met een auto die het leuk vindt om uitstapjes te maken. Zij gaan nu samen op pad.”
De coach blijkt daarnaast de haarlemmerolie te zijn tussen alle organisaties voor ouderen in de wijk. “Eens per maand komen we met een kernteam bij elkaar. Daarin zitten bijvoorbeeld ouderen, welzijnsorganisaties, het buurtteam, vrijwilligerscentrales en een studentennetwerk. We bespreken wat er gebeurt en bedenken met elkaar oplossingen die anders niet mogelijk waren geweest.”
De proef met de thuiscoach loopt nog één jaar door. Daarna wordt de thuiscoach hopelijk een vast gezicht in de wijk.
Enthousiaste reacties
Anna kijkt tevreden naar wat er tot nu toe met de experimenten is bereikt. “Al sinds 2017 zijn we binnen Cordaan met het thema ‘informele zorg’ bezig. Het is mooi om te zien dat steeds meer mensen en organisaties de toegevoegde waarde inzien van zorg waarbij ook het informele netwerk van familie, buren en anderen betrokken wordt.”
“Samen zorgen is meer dan alleen een noodgreep, omdat er te weinig beroepskrachten zijn. Uit onze ervaringen blijkt hoe waardevol het voor familie, buren en mensen uit de wijk is om iets voor iemand te kunnen betekenen. We krijgen alleen maar enthousiaste reacties.”
Tekst Marcel Butterhof | Foto's Wouter Zaalberg en Jeannette Schols
Heb je een vraag?
Heb je een vraag over wat wij voor je kunnen doen? Of wil je meteen zorg aanvragen? Dan kun je ons op werkdagen tussen 9 en 16 uur bellen. Je kunt ons ook een e-mail sturen.
Cliënten Servicebureau
T: 088 267 32 26
E: zorgbemiddelingvgzenggz@cordaan.nl